De naam van een erf of boerderij is meestal wel te verklaren. En in het geval Overesch is het wel erg duidelijk. Vanuit het dorp Albergen lag het erf over de esch. De esch of essen waren hoger gelegen stukken bouwland ontstaan in de ijstijd. Het was in de 18e en 19e eeuw vruchtbare grond waar men geen wateroverlast had. De bemesting van de essen bestond eeuwen lang uit heideplaggen vermengd met mest van varkens, kippen en koeien. Al is het misschien maar een halve centimeter per jaar, maar over een periode van 300 jaar zijn de essen daardoor nog eens extra opgehoogd. Er waren in die tijd veel landerijen waar door het ontbreken van een goede afwatering nogal wat oogsten verloren gingen. De essen waren en zijn dan ook nu nog een geliefd bezit van de boeren. Het was Jan Rikmanspoel die als eerste over de esch ging wonen, hij woonde daarvóór aan de Monnikenbraakweg in ‘t Clooster  (bron: Johan Klaassen - De huizen van Albergen). Daar was zijn vader naar toe gegaan toen deze het ouderlijke huis verliet om te trouwen met Hermina Scholten. Zij woonden toen vlak bij het “Jennenhuis” waar Willem Rikmanspoel (Janszen) en zijn vrouw Henrica Avenhuis woonden. Ze woonden ook vlakbij een tante, Maria Gerardinis een zus van zijn vader, die met de smid Harm Jan Kemna was getrouwd. Of er toen al een huis of boerderij stond over de esch is niet meer te achter halen. Frappant is wel dat als hij daar naar verhuisd, de naam Jan Overesch aanneemt. Waarschijnlijk gebeurde dit ook omdat er even verder op het Jennenhuis al een familie Rikmanspoel woonde. Jan trouwde in 1795 met Janna Klaassen, ook wel Klaashuis genoemd. Jan en Janna kregen vijf kinderen. Bij de doop van de kinderen werd hij door de pastoor echter steeds Oude Rikmanspoel genoemd. Van die vijf kinderen was het de oudste Hermanus Henricus, die op het erf bleef wonen. Hij trouwde met Johanna Nieuwmeyer uit Geesteren. Het was op het kantje af of de nakomelingen uit dit huwelijk hadden Overesch geheten. Als ze trouwen worden ze Harmen Hendrik Overesch en Janna Nijkamp genoemd. Zij kwam namelijk van het erf Nijkamp uit Geesteren, maar heette in werkelijkheid dus Nieuwmeyer. Ook Hermanus en Joanna kregen samen vijf kinderen. De oudste zoon, de in 1821 geboren Jan, trouwt in 1856 met Johanna Geerlink. Jan is de stamvader van de Rikmanspoels van het erf de Schoomaker. Het is de derde zoon Jannes die het ouderlijke huis trouw blijft. Hij treedt in het huwelijk met Geertruida Flinkers van het erf Bekhuis uit Albergen. Uit dit huwelijk werden negen kinderen geboren. Daarvan bleef hun zoon Jan op het ouderlijkhuis wonen. Hij huwde in 1906 met Johanna Franke, zij kwam van het erf Toonboer uit Mander. Zij krijgen samen vijf kinderen,  vier dochters en een zoon. Zie foto. De vier dochters vertrekken naar elders. Jan blijft op het ouderlijke huis blijft wonen. Jan trouwt in 1942 met Henrica Theodora Grobben, er worden zij acht kinderen geboren. Het boerenhuis over de esch in Albergen wordt in 1948 afgebroken. Jan bouwt aan de Gravendijk in Albergen een nieuw huis. Daar woonde tot voor kort hun oudste dochter Anny getrouwd met Benny Rekers, zij hebben inmiddels samen met hun zoon Emiel een nieuwe woning aan de Gravendijk in Albergen gebouwd.

Aangifte Jan Overesch van het overlijden van zijn vader Gerrit Rikmanspoel