De kwartierstaten zijn per stam opgezet. Elke kwartierstaat begint met de ‘stamvader’ zoals ook het boek is opgebouwd. De kwartierstaten zijn na het verschijnen van het boek, niet meer bijgewerkt. Actuele data vindt u in de genealogsche database. Kwartierstaat: - De stam ‘Fleer-Rikkenspool’   De rechtstreekse afstammelingen van dit erf zijn de nakomelingen van Herman Rikmanspoel    en Rosette Rickhof. Deze stam wordt ook wel de Haagse tak genoemd. - De stam ‘Overesch’   De families van het erf ‘Overesch’ stammen ook rechtstreeks af van het erf ‘Fleer-   Rikkenspool’. Maar vanwege het grote aantal nakomelingen is voor de stam ‘Overesch’ een   afzonderlijke kwartierstaat gemaakt. Tevens is vanuit deze stam ook familielijn ‘Blokman’ en   ‘Schoomaker’ begonnen. - De stam ‘Blokman’   De familielijn begint bij ‘Overesch’ en had aanvankelijk de familienaam Oude Rikmanspoel.   Dat is later weer hersteld. Maar voor de afstammelingen van Herman Oude Rikmanspoel   kwam dit te laat. - De stam ‘Schoomaker’    Ook deze stam heeft haar wortels liggen op het erf ‘Overesch’. Zij hebben ook een ‘Jan’ die   over de esch ging wonen. Net als de stamvader. Zijn kleinzoon Jan Rikmanspoel trouwde   met de schoenmakersdochter op het erf ‘de Schoomaker’. - De stam ‘Enschede’   Deze stam vindt zijn oorsprong op het erf ‘Fleer-Rikkenspool’. Het was de timmerman   Joannes Rikmanspoel, die uit Fleringen vertroke en zich vestigde in Lonneker. - De stam ‘Dulder’   De families die ik in mijn jarenlange zoektocht de ‘Amsterdamse tak’ heb genoemd, zijn   directe afstammelingen van het erf ‘Dulder-Rikkenspool’. De familienamen Rikmenspoel en   Rijkmanspoel, stammen rechtstreeks af van dit erf. Vanuit Amsterdam is de ‘naam’ ook     doorgezet richting Limburg. - De stam ‘Jennenhuis’   De families Rikmanspoel die al generaties lang in Ootmarsum wonen, zijn nakomenlingen   van de smid Hendricus Rikmanspoel en Geertruida Kock. Het begin echter allemaal met   Wilhelmus Janszen. Uitleg: Nummering van de kwartierstaat Om een kwartierstaat op een overzichtelijke manier op te zetten, ontwikkelde de Duitse genealoog en jurist Stephan Kekulé von Stradonitz (1863-1933) het zogenaamde Kekulé- systeem. Bij dit systeem wordt aan elke persoon in de kwartierstaat een kwartiernummer gegeven. Elke persoon in de kwartierstaat heeft een uniek kwartiernummer. De persoon van wie men uitgaat, de proband of kwartierdrager genaamd, krijgt nummer “1”. De vader krijgt kwartiernummer “2” en de moeder kwartiernummer “3”.  Het kwartiernummer van een vader van een persoon wordt altijd verdubbeld. Het kwartiernummer van de moeder van een persoon is 1 hoger dan het nummer van de vader. Een mannelijke voorouder heeft dus altijd een even getal als kwartiernummer, en een vrouwelijk voorouder altijd een oneven getal. Kwartierherhaling Met name in kwartierstaten waarbij de voorouders beperkt zijn tot een klein geografisch gebied, kan kwartierherhaling optreden. Zie de stammen Overesch, Blokman en Schoomaker.  Dit betekent dat dezelfde voorouder meerdere keren voorkomt. Gaat men veel generaties terug, dan treedt dit verschijnsel onherroepelijk op. Zou dat niet het geval zijn, dan zou men dertig generaties geleden meer voorouders hebben dan er toentertijd mensen op aarde leefden. In mijn kwartierstaten heb ik er voor gekozen deze kwartierherhaling te tonen. Op den duur zal ieder onderzoek stoppen omdat iemands ouders niet bekend zijn, in dat geval treedt kwartierverlies op. Privacy Bij de opbouw van deze site is vanzelfsprekend rekeninggehouden met de privacywetgeving. De informatie op deze site van de jongste twee generaties zijn beperkt tot de naam. Dit wordt nog aangescherpt door op den duur te gaan werken met afgeschermde webpagina’s. Handwerk Het vastleggen van genealogische informatie is en blijft natuurlijk handwerk. Een foutje is snel gemaakt. Vindt u fouten, of heeft u vragen, opmerkingen of aanvullingen, stuur dan een e-mail naar familie@rikmanspoel.nl.