Het Jennen of Jenenhuis stond vroeger in het dorp Albergen in het centrum van deze plaats. Deze buurt werd 't Clooster genoemd naar het St.Antonius klooster dat hier in de middeleeuwen stond. Daar stond aan de Monnikenbraakweg in de late middeleeuwen het erf ‘Jennenhuis’. Dichtbij werd klei afgegraven voor het bouwen van het St.Antonius klooster. Wij noemden dat in mijn jeugd “Beerns kleikoel”. Het zou mij dan ook niets verbazen dat de bakstenen van het Jennenhuis ook zijn gebakken van de klei die hier afgegraven werd. Het was Wilhelmus Rickmanspoel die er woonde met zijn vrouw Henrica Avenhuis. Willem liet zich ook wel Janszen noemen en eigenlijk heette hij ook zo. Willem werd geboren op het erf “Fleer-Rikkenspool” in Fleringen als zoon van Aleydis Rickmanspol en Hermanni Janszen. Bij de doop van hun zoon Bernardus in Albergen, schreef de pastoor van Tubbergen ”baptizatus Bernardus ex Jennenhuis” zoon van Wilhelmus Janszen en Henrica Avenhuis uit 't Clooster ex Albergen. Maar in deze stam zijn nog enkele keren familienamen gewijzigd. Zo namen de nakomelingen van Suitbertus Rickmanspoel de naam aan het erf Borgerink aan. En de nakomelingen van Willem Rickmanspoel werden ten Thij genoemd, naar het erf waar ze geboren waren. Willem Rickmanspoel heeft hard moeten werken om zijn kinderrijke gezin van eten te voorzien. Uit het huwelijk met Henrica Avenhuis werden acht kinderen geboren. Omstreeks 1738 moet Henrica gestorven zijn. Willem trouwde toen opnieuw. Nu met Geertruida Dollen uit de omgeving waar hij zelf geboren was, uit Dulder. Het gezin van Willem groeide verder uit, er werden nog eens zeven kinderen geboren.Johannes het derde kind uit het eerste huwelijk bleef op het Jennenhuis wonen, hij trouwde met Gertrudis Pleyhuis uit Fleringen. Jan en Trui, zo zullen Gertrudis in die tijd wel genoemd zijn, kregen samen vijf kinderen. Hun zoon Joannes werd de volgende bewoner van het erf Jennenhuis hij trouwde met Joanna Kemna, een buurmeisje. Zij was een dochter van de smid Harmen Jan Kemna en Maria Gerardinis Rikmanspoel. Zij kregen 1 zoon samen, waarschijnlijk is Joanna in het kraambed gestorven. Jan trouwde opnieuw, nu met Maria Goorkotte maar dit huwelijk bleef kinderloos. Jan had goed geboerd en had een veestapel die bestond uit een paard, acht schapen, drie koeien en een kalf. Hun enige zoon Joannes werd de volgende boer op het Jennenhuis, hij trouwde met Joanna Elzebroek nu Veldhof. Uit dit huwelijk werden zeven kinderen geboren, maar toen het jongste kind twee jaar was overleed de moeder. Jan trouwde opnieuw, nu met de 36- jarige Joanna Bouwhuis. Een buur- meisje, zij kwam van het erf Bouwhuis. Jan was ook boerrichter, samen met de markerichter, en een drietal gezworenen namen zij de besluiten die in het belang waren van de marke Albergen. Zo zijn er stukken bewaard gebleven over verkoop van markegronden ten behoeve van de aanleg van de Ootmarsumsestraat tussen de Mekkelberg bij Mariaparochie en het erf de “Kampboer” in Albergen.Na het overlijden van Jan werden de landerijen en het huis verkocht. De nieuwe eigenaar werd de buurman, Gerardus Bouwhuis een broer van de weduwe Joanna Rikmanspoel-Bouwhuis.De vijf kinderen uit het eerste huwelijk zwierven de deur uit, Joanna trouwde op het erf de “Haaboer”in Tubbergen. Jannes trouwde met de erfdochter van het erf Wisman in Gammelke. Henricus vertrok naar Ootmarsum waar hij trouwde met de smidsdochter Geertruida Kock, hij is dan ook de stamvader van de Ootmarsumse Rikmanspoels. Maria trouwde op het erf Wissink in Reutum en Joannes is priester geworden. Hij was achtereenvolgens kapelaan te Ootmarsum, Oldenzaal en Haaksbergen. Daarna werd hij benoemd als pastoor te Netterden. Tenslotte werd hij benoemd als bouwpastoor van de te bouwen nieuwe grote kerk in Zevenaar. Daar in de voorgevel van de kerk is de eerste steen gelegd door pastoor Jan Rikmanspoel nog te zien. Op het RK kerkhof in Zevenaar ligt hij begraven in het midden van het kerkhof, op de rotonde. Zie foto grafsteen.Joanna de dochter uit het tweede huwelijk bleef thuis en trouwde met Hendrik Koopman, schoenmaker van beroep. Zij verlieten het oude huis aan de Monnikkenbraakweg en bouwden een nieuw huis aan de Ootmarsumsestraat. Dit pand is in 1984 uiteindelijk gesloopt nadat het voor diverse doeleinden in gebruik was geweest. Toen Joanna 34 jaar was is ze overleden en trouwde Hendrik opnieuw nu met een buurmeisje Anna Maria van der Aa. In 1878 is het gezin naar Wierden vertrokken. In Albergen zijn daarmee de nakomelingen van Wilhelmus Rickmanspoel en Henrica Avenhuis verdwenen tenzij de nakomelingen van Suitbertus Rickmanspoel en Henrica Borgerinck alsnog besluiten de naamsverandering van zo,n 200 jaar geleden terug te draaien.
Cafe en kruidenierswinkel Rikmanspoel in OotmarsumAls Siena (Geziena Rikmanspoel geboren op 23 mei 1853) op de jeugdige leeftijd van 37 jaar overlijdt, wordt haar broer Jannes, van het erf Wisman uit Gammelke, voogd over de vijf kinderen. Jannes was een broer van Hendrikus die in Ootmarsum met de smidsdochter Geertruida Kock was getrouwd.De oudste is Tonny, dertien jaar en de jongste Frans, is dan nog maar net drie jaar. Samen met zijn oom Egbert, een ongehuwde broer van zijn vader, die samen ook eigenaar waren van het boerenbedrijf, de kruidenierswinkel en het café of de tapperij, heeft Tonny de zorg voor het ouderloze gezin al op heel jonge leeftijd op zich genomen.In 1904 werd onder regie van notaris ten Pol overgegaan tot boedelscheiding van de bezittingen van het echtpaar Broekhuis-Rikmanspoel en van Egbert Brookhuis. Deze laatste had al in 1888 bepaald dat zijn nalatenschap ten goede moest komen aan de kinderen van zijn broer Jan. Maar ook Tonny had niet veel geluk, nadat hij in 1902 gehuwd was met Aleida Kuks en er vier kinderen waren geboren overleed zijn vrouw in 1911. Tonny trouwde opnieuw in 1913, nu met Hendrika Altena en er werden nog vier kinderen geboren. In 1922 is Tonny, veel te vroeg, op 45- jarige leeftijd overleden en bleef zijn 2e echtgenote met acht jonge kinderen alleen achter. Dit pand aan de Denekamperstraat is toen in bezit gekomen van de gebroeders Harry en Gerard (Gait) Rikmanspoel. Deze beide broers van de plaatselijke dorpssmid waren ongehuwd en hebben het boerderijtje, de kruidenierswinkel en het cafe daarna voortgezet. Zie foto.